Introductie
Nederland staat bekend om het liberale drugsbeleid: je kan softdrugs kopen in de coffeeshop en zonder problemen je wiet of hasj roken. Maar het is voor veel mensen niet helemaal duidelijk hoe het nou precies werkt. Het is ook een beetje een raar systeem. In deze aflevering vertellen we je precies hoe het drugsbeleid werkt en hoe het ontstaan is. Dus steek een jointje op en luisteren maar!
Luister
Transcriptie
Hallo allemaal! Dit is Een Beetje Nederlands, de podcast voor mensen die Nederlands leren. Mijn naam is Yvette en de aflevering van vandaag gaat over het drugsbeleid in Nederland. De tekst van deze aflevering kan je meelezen op de website, www.eenbeetjenederlands.nl. Ook als je vragen of opmerkingen hebt over deze aflevering, kan je ze naar mij sturen op de website. In de shownotes staat een link naar de website.
Deze podcast wordt gesteund door Vrienden van de Podcast. Heel erg bedankt aan alle donateurs die al een donatie hebben gedaan! Wil je ook Vriend van de Podcast worden? In de shownotes vind je een link met meer informatie.
Nu, door met de podcast!
Laten we beginnen met een kleine quiz. Ik ga 3 vragen stellen en jij moet bedenken of het antwoord ja of nee is. Ok? Daar gaan we:
- Één: Cannabis, zoals wiet en hasj, is legaal in Nederland;
- Twee: Je mag zoveel wiet bij je hebben als je wil;
- Drie: Nederlanders roken meer wiet en hasj dan andere landen.
Heb je op een van deze drie vragen ‘ja’ geantwoord? Dan is deze aflevering vooral voor jou, op alle drie de vragen is namelijk het antwoord ‘nee’. Er zijn een hoop misverstanden over drugs in Nederland, en deze aflevering gaan we het hebben over de wereld van cannabis, hasj, wiet, marihuana, ganja, pretsigaretten, jointjes en jonko’s.
Het is belangrijk om meteen te beginnen met het verschil tussen softdrugs zoals marihuana en hasj, en harddrugs, zoals cocaïne en XTC. Het verschil tussen softdrugs en harddrugs is vastgelegd in de Opiumwet, een wet die al bijna 100 jaar bestaat in Nederland. In de Opiumwet staan twee lijsten, een lijst met harddrugs en een lijst met softdrugs. Deze lijsten moeten continu geüpdatet worden, omdat er steeds weer nieuwe soorten drugs gemaakt worden.
Doordat er twee lijsten bestaan met harddrugs en softdrugs, kan er verschil gemaakt worden bij de regels voor beide soorten drugs. Voor alle drugs op de harddrugslijst is het simpel: die zijn verboden. Harddrugs zijn verboden om te maken, bezitten en verkopen.
Voor de softdrugs geldt officieel hetzelfde. In de wet wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de regels voor harddrugs en softdrugs, behalve voor de straf die je kan krijgen bij overtredingen. Die zijn zwaarder bij harddrugs. Maar volgens de wet zijn softdrugs zoals wiet en hasj dus gewoon illegaal.
Maar, zoals je waarschijnlijk weet, gaat het in de praktijk anders. Daar is het beroemde Nederlandse gedoogbeleid verantwoordelijk voor. Het woord gedogen betekent ergens mee akkoord gaan, zeggen dat iets mag. Het gedoogbeleid voor drugs houdt in dat de overtredingen van de Opiumwet niet bestraft worden, bijvoorbeeld wanneer er softdrugs verkocht worden. Voor het bezit en verkoop van softdrugs zijn speciale regels opgesteld.
Het gedoogbeleid is ongeveer 40 jaar geleden ontstaan uit pragmatische redenen. Het was simpelweg te veel werk voor de politie om alle drugs te bestrijden. Daarom is ervoor gekozen om de softdrugs en harddrugs anders te behandelen. Hierdoor kan de politie zich richten op de harddrugs die het meest schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarnaast kan de overheid controle houden op de manier waarop de softdrugs verkocht worden. Het idee is dat de georganiseerde misdaad hierdoor minder invloed heeft op de verkoop van drugs. Zonder coffeeshops krijg je handel op straat, met de overlast en criminaliteit die daarbij hoort.
De eerste coffeeshops ontstonden in de jaren ‘70. Dat gebeurde vooral in koffiehuizen, daar komt de naam coffeeshop vandaan. Meestal kan je in een coffeeshop nog steeds wel een kopje koffie krijgen, maar dat is toch niet waar de meeste mensen voor komen. Er zijn ook aparte winkels waar je psychedelische softdrugs kan krijgen, die noem je smartshops.
Hoe werkt het gedoogbeleid nou precies? De regels zijn als volgt.
Je mag een kleine hoeveelheid cannabis bij je hebben, maximaal 5 gram. Als je meer wiet of hasj bij je hebt, kan je alsnog een boete krijgen. Ook als je minderjarig bent, jonger dan 18 jaar oud, wordt bezit van drugs niet gedoogd.
Je mag door het gedoogbeleid thuis maximaal 5 hennepplanten bezitten, waarmee je je eigen wiet of hasj kan kweken. Maar de meeste mensen kopen cannabis in een coffeeshop.
Voor coffeeshops zijn er strenge voorwaarden. Coffeeshops mogen maximaal 5 gram cannabis per persoon verkopen per dag. Coffeeshops mogen geen alcohol verkopen. Bij geen enkele coffeeshop mag er binnen tabak gerookt worden, wel mag je bij sommige coffeeshops pure joints roken. Coffeeshops mogen ook maar 500 gram cannabis op voorraad hebben voor de verkoop. Als een coffeeshop zich niet aan deze regels houdt, wordt de vergunning van de coffeeshop ingetrokken en moet de shop sluiten.
Er is een onderdeel van het gedoogbeleid dat moeilijk uit te leggen is: coffeeshops mogen wel cannabis verkopen, maar officieel mogen ze geen cannabis inkopen. Dat is natuurlijk paradoxaal en raar: hoe kan je wiet verkopen als je het niet kan inkopen als coffeeshop? Het antwoord daarop is de zogenaamde ‘achterdeur’. Hiermee wordt de schimmige handel in cannabis bedoeld tussen professionele kwekers van wiet, en de coffeeshops.
Omdat er voor coffeeshops geen legale manier is om cannabis in te kopen, gaat dat via illegale handelaren. Dat zijn kleine thuiskwekers die aan coffeeshops cannabis verkopen om wat bij te verdienen, maar ook georganiseerde misdaad profiteert van de situatie. Een grote coffeeshop heeft een betrouwbare leverancier nodig, en dat is eigenlijk op dit moment niet op een andere manier te regelen dan via criminele handelaren.
Er wordt al jarenlang gepraat over experimenten met legale kweek van wiet en hasj. Dan zouden er bedrijven een vergunning van de overheid krijgen om op grote schaal cannabis te kweken. Die bedrijven mogen hun cannabis verkopen aan coffeeshops, die de wiet weer aan consumenten verkopen. Dat zou de onduidelijke situatie met levering aan de achterdeur van coffeeshops oplossen. Maar het experiment komt moeizaam van de grond. Volgens de huidige stand van zaken zou er aan het eind van dit jaar begonnen worden met het experiment. Maar het zal nog jaren duren voordat het oude systeem verdwenen is.
Nederland is natuurlijk bekend door het liberale drugsbeleid, er komen dan ook veel toeristen naar Nederland om die reden. Daar profiteert Nederland van: er wordt veel geld verdiend aan de toeristen. Maar het levert ook overlast op. De laatste jaren wordt er steeds meer geklaagd over drugstoerisme, vooral in Amsterdam en de grenzen van Nederland. Het gaat regelmatig fout bij toeristen die drugs gebruiken, vooral wanneer de drugs in combinatie met alcohol genomen wordt. De drugs in Nederland is vaak ook sterker dan toeristen gewend zijn, er zit relatief veel THC in Nederlandse wiet. THC is de werkzame stof in cannabis, zoals alcohol de werkzame stof is in bier.
Er wordt vaak gesproken over oplossingen voor de overlast die drugs met zich meebrengt. Gemeenten kunnen verkoop van drugs aan buitenlanders verbieden, maar de vrees is dat toeristen dan van dealers op straat kopen. Dat is nog gevaarlijker en levert meer criminaliteit op. Het blijft een lastig probleem.
En hoe zit het dan met de Nederlanders zelf? Volgens de statistieken heeft ongeveer een kwart van de Nederlanders weleens cannabis gebruikt. Ongeveer 8% het laatste jaar nog, en zo’n 2% gebruikt dagelijks cannabis.
Hoe is dit in vergelijking met andere landen? In de Verenigde Staten heeft zo ongeveer 18% het laatste jaar cannabis gebruikt, in Nederland dus een stuk minder. Vergeleken met andere Europese landen is Nederland vrij gemiddeld. In Frankrijk, Italië en Tsjechië wordt er meer cannabis gebruikt.
Wel wordt er in Nederland vrij veel harddrugs gebruikt vergeleken met andere Europese landen. Vooral XTC en Speed worden in Nederland veel meer gebruikt dan in andere landen. Ook cocaïne wordt veel gebruikt.
Aan het begin van de aflevering heb ik je al laten kennismaken met wat Nederlandse woordenschat voor dit onderwerp. De meeste termen zijn vrij internationaal in gebruik, zoals cannabis, hasj, wiet, marihuana en joints. Een jonko is misschien een term die je nog niet kende, dat is Nederlandse straattaal voor een joint. Dus als iemand je vraagt om de jonko door te geven, weet je nu wat er van je verwacht wordt.
Daarmee kom ik aan het einde van deze aflevering van Een Beetje Nederlands. Je kan me een groot plezier doen door deze aflevering te delen met andere mensen die Nederlands leren. Als je de podcast wil steunen met een donatie, kan dat via de website van de podcast. Ik hoop dat je een beetje Nederlands geleerd hebt, en tot de volgende aflevering!
Word vriend van de podcast!
Vanaf nu kan je de podcast steunen door vriend van de podcast te worden. De eerste 50 vrienden van de podcast krijgen een gratis sticker thuisgestuurd!
Word vriend van de podcast via deze pagina!
Deel deze aflevering
[Sassy_Social_Share]
Wi luisteren Robin! Echt goed podcast. Kan je een an de Nederlander tal en Afrikaaners tal makken?
Cool! It’s good to have male and female voices in these podcasts! Dank u wel Yvette in Robin!
Ik vind het leuk, dank je!