#68: Tachtigjarige Oorlog (deel 2)

26 september 2024 - 21 minuten 43 seconden - 3 reacties

Introductie

Het jaar 1568 is een van de belangrijkste jaartallen in de Nederlandse geschiedenis. Dat jaar breekt de oorlog uit die de toekomst van het land zal bepalen. Tachtig jaar lang vecht Nederland onder leiding van Willem van Oranje voor onafhankelijkheid, tegen de Spanjaarden. Dit is het verhaal over geloof, politiek en de strijd voor vrijheid. Vandaag gaat het over de Tachtigjarige Oorlog.

Luister

Transcriptie

Wil je een PDF met deze transcriptie en extra oefenmateriaal? Zoals woordenschat, een puzzel en een opdracht. Word dan Vriend van de Podcast op Petje Af!

Hallo allemaal! Dit is Een Beetje Nederlands, de podcast voor mensen die Nederlands leren. Mijn naam is Robin en de aflevering van vandaag gaat over de Tachtigjarige Oorlog. De tekst van deze aflevering kan je meelezen op de website, www.eenbeetjenederlands.nl. Ook als je vragen of opmerkingen hebt over deze aflevering, kan je ze naar mij sturen op de website. In de shownotes staat een link naar de website.

Word Vriend van de Podcast via Petje Af! Voor een paar euro per maand krijg je toegang tot extra afleveringen, hulpmiddelen bij iedere aflevering en nog veel meer. Check de website voor meer informatie!

Nu, door met de podcast.

Het jaar 1568 is een van de belangrijkste jaartallen in de Nederlandse geschiedenis. Dat jaar breekt de oorlog uit die de toekomst van het land zal bepalen. Tachtig jaar lang vecht Nederland onder leiding van Willem van Oranje voor onafhankelijkheid, tegen de Spanjaarden. Dit is het verhaal over geloof, politiek en de strijd voor vrijheid. Vandaag gaat het over de Tachtigjarige Oorlog.

Dit is de tweede aflevering over de Tachtigjarige Oorlog. In de eerste aflevering heb ik het gehad over de situatie in de Lage Landen voordat de oorlog begon. Als je die aflevering nog niet geluisterd hebt, zou ik aanraden dat eerst te doen.

Een korte samenvatting: In de 16de eeuw zijn de Lage Landen onderdeel van het Spaanse Rijk. We waren gebleven op het punt dat de macht over het Spaanse Rijk door keizer Karel V in 1555 werd overgedragen aan zijn zoon, Filips II.

Er waren grote problemen voor Filips II. De protestantse reformatie is in volle gang, wat betekent dat steeds meer mensen het protestantse geloof aanhangen in plaats van het katholieke. Verder wordt er steeds meer macht en invloed afgepakt van de edelen in de Nederlanden. En het gaat economisch heel slecht met Spanje, vooral door het voeren van meerdere oorlogen tegelijkertijd.
Dit alles zorgt voor veel ontevredenheid en spanning bij de inwoners én bestuurders van de Nederlanden. Een van de Nederlandse edelen die steeds meer ontevreden is over het Spaanse bestuur is Willem van Oranje. Hij is een jonge, slimme en invloedrijke man die een belangrijke rol zal spelen in de rest van deze geschiedenis.

We pakken het verhaal weer op in 1556, in het jaar dat Filips II de macht krijgt over het Spaanse Rijk en de Nederlanden. Filips II keert al snel weer terug naar Spanje en zal ook nooit meer terugkeren naar de Nederlanden. Om het gebied te besturen stelt hij een zogenaamde landvoogd aan. Dat is een soort gouverneur, een tussenpersoon of vertegenwoordiger van de vorst. De landvoogdes van de Nederlanden werd Filips’ zus, Margaretha van Parma.

Filips II was, net als zijn vader Karel V, een overtuigd katholiek. Maar ook onder Filips II ging de Reformatie verder, de religieuze revolutie naar het protestantisme. Steeds meer mensen werden protestants. Er werden nog strengere maatregelen ingevoerd tegen zogenaamde ketters, iemand van een ander geloof. Als je betrapt werd als protestant, kreeg je de doodstraf.

Maar de gelovigen lieten zich niet tegenhouden. Ondanks dat er geen protestantse kerken waren, probeerden protestantse gelovigen elkaar op te zoeken. Op veel plekken in het land werden zogenaamde hagenpreken gehouden. Dat waren religieuze preken, zoals normaal in een kerk gebeurt, maar dan in een open veld. Deze preken waren illegaal, maar zeer populair. Soms kwamen er duizenden of wel tienduizenden protestanten naar luisteren. Bij de hagenpreken werd het protestantse geloof verspreid en de katholieke kerk bekritiseerd.

In 1566 sloeg de vlam in de pan. Die uitdrukking betekent dat de situatie uit de hand liep, escaleerde. Op 10 augustus was er een hagenpreek in het plaatsje Steenvoorde, dat nu in Noord-Frankrijk ligt. Na afloop van de preek trekt een woedende menigte naar een klooster in de buurt en slaan daar alle religieuze beelden stuk. Daarmee begon de zogenaamde Beeldenstorm. Door het hele land werden katholieke kerken en kloosters aangevallen door protestanten. Religieuze beelden werden gesloopt, waardevolle objecten gestolen of vernield. In sommige kerken zijn nu nog de sporen van de Beeldenstorm te zien, zoals in de Dom van Utrecht.

Toen Filips II hoorde over de Beeldenstorm, was hij woedend. Hij stuurde een generaal met een leger van 10.000 soldaten naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Dat was Fernando Álvarez de Toledo, beter bekend als de Hertog van Alva.

Het eerste wat de Hertog van Alva deed bij zijn aankomst in Nederland was het oprichten van een bijzondere rechtbank. Het was de taak van de rechtbank om ketters, protestanten dus, op te sporen en te veroordelen. Deze rechtbank had de naam Raad van Beroerten, waarbij ‘onrust’ bedoeld wordt met beroerten. Meer dan 10.000 mensen werden veroordeeld door de Raad van Beroerten en ongeveer 1100 mensen kregen de doodstraf. Vanwege deze hoge hoeveelheid doodstraffen kreeg de rechtbank een angstaanjagende bijnaam, ‘de Bloedraad’. Veel mensen waren de Nederlanden al  uitgevlucht om straf te ontlopen.

Niet alleen protestanten werden vervolgd door de Bloedraad, maar ook tegenstanders van het bestuur van Filips II. Belangrijke Nederlandse edelen werden naar Brussel geroepen, en tot de dood veroordeeld door de Bloedraad.

Willem van Oranje werd op dat moment gezien als de aanvoerder van de Nederlandse edelen. Hij was naar Duitsland gevlucht om te ontsnappen aan de doodstraf.

De doodstraffen voor de Nederlandse edelen wordt, samen met de Beeldenstorm, gezien als het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Op dat moment veranderde het conflict tussen Filips II en de edelen naar een gewapende strijd. 

Het jaar is 1568 en de Tachtigjarige Oorlog is begonnen.

Op dit punt moet ik een bijnaam uitleggen die de Nederlandse tegenstanders van Filips II hadden gekregen. De edelen vroegen in 1566 aan de landvoogdes Margaretha van Parma of de vervolging van protestanten kon worden verminderd, om de onrust in het land te verminderen. Ze waren met een grote groep gekomen om te vragen om meer tolerantie. Een adviseur van Margaretha zei tegen haar in het Frans: ce ne sont que des gueux. In het Nederlands: het zijn maar bedelaars, wees maar niet bang dus. Het was bedoeld om de edelen te beledigen, maar ze omarmden hun nieuwe bijnaam: des gueux. Op z’n Nederlands uitgesproken: de geuzen. Nu nog steeds is in het Nederlands een geuzennaam een woord voor een scheldnaam die met trots gedragen wordt door de ontvanger. Bij het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog werd de Geuzen de naam van de tegenstanders van Filips II.

Willem van Oranje was de grote leider van het nieuwe Geuzenleger. Oranje verzamelde vanuit Duitsland een leger om Nederland in te vallen en te bezetten, maar dat werd een mislukking. Het Spaanse leger van Alva was simpelweg te sterk. Oranje trok zich terug naar Duitsland en het leek erop dat de oorlog even snel weer afgelopen was als dat het begonnen was. Het had ook het einde kunnen zijn van Oranje: hij was zijn bezittingen en macht in Nederland kwijt, en had grote schulden daarvoor in de plaats.

Ondertussen was de onrust bij de Nederlandse bevolking groot. Er werden door Alva zware belastingen ingevoerd. Niet alleen de edelen, maar nu begonnen ook de Nederlandse burgers en handelaren een enorme hekel aan Alva te krijgen.

Het geluk van Oranje en de opstandelingen begon te veranderen in 1572. In dat jaar werd een stad in Zuid-Holland, Den Briel, ingenomen door de zogenaamde Watergeuzen. Dat waren Geuzen die op zee de Spanjaarden aanvielen en beroofden.

De verovering van Den Briel zorgde voor nieuw enthousiasme bij de opstandelingen. Oranje moedigde de Nederlandse inwoners aan om zich aan te sluiten bij de volksopstand tegen de Spanjaarden. Steeds meer steden sloten zich aan bij Oranje. Binnen twee maanden waren in de provincies Holland en Zeeland nog maar 3 steden trouw aan Alva, waaronder Amsterdam. Het werd dus steeds meer een burgeroorlog in plaats van alleen een conflict tussen de edelen van Nederland en Spanje.

Alva reageerde woest. Hij stuurde zijn legers naar het noorden om de opstandige steden te straffen. Het stadje Naarden werd weer ingenomen, waarbij bijna de hele bevolking als straf werd vermoord. Het Spaanse leger was genadeloos, meerdere steden kregen hetzelfde lot. Sommige steden zoals Alkmaar konden een bloedbad voorkomen door de omgeving rond de stad onder water te zetten.

Het zag er al snel weer niet goed uit voor de Nederlandse opstandelingen. Op het water werd er door de Watergeuzen hier en daar succes behaald, maar de legers op land verloren het van de Spaanse legers. Zo gingen de eerste tien jaar van de oorlog.

Gebrek aan geld werd een steeds belangrijker probleem, aan beide kanten. Spanje was niet alleen aan het vechten tegen Nederland, maar was meerdere oorlogen aan het voeren. Dat kostte veel geld, en dat had Spanje niet meer. Soldaten konden niet betaald worden, die daarom steden gingen plunderen. Plunderen is het gewelddadig stelen van spullen, vaak van winkels of huizen.

Antwerpen werd vier dagen lang beestachtig door Spaanse legers geplunderd, waarbij duizenden inwoners gedood werden. Dit noemen we nu de Spaanse Furie.

Deze gebeurtenissen zorgden weer voor een nieuwe fase in de oorlog. Door de angst voor de Spaanse legers gingen Nederlandse steden en gebieden zich steeds meer organiseren. Ervoor waren het vooral de provincies Holland, Zeeland en Utrecht die in opstand waren tegen de Spanjaarden. Maar na de Spaanse Furie werd er in 1576 een overeenkomst gesloten tussen deze drie provincies en twaalf andere provincies in de Nederlanden. Deze overeenkomst noemen we de Pacificatie van Gent. Het belangrijkste doel van deze alliantie was om de Spaanse legers uit de Nederlanden weg te krijgen. Zelfs de grootste voorstanders van Filips II in de Nederlanden waren er na de Spaanse Furie van overtuigd dat de Spaanse legers weg moesten. Het was een groot politiek succes van Willem van Oranje dat hij de andere Nederlandse provincies zo ver kreeg om de opstand te steunen.

Een paar jaar later, in 1581, zetten 17 provincies hun handtekening op een document dat je kan zien als de Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring. Dit document noemen we het Plakkaat van Verlatinghe. Een plakkaat is een oude naam voor een besluit van de overheid. In dit plakkaat werd Filips II afgezet als heerser van de Nederlanden. Als reden werd gegeven dat hij de plichten die hij had om de Nederlandse bevolking te beschermen, niet uitgevoerd had.

Leuk feitje: De Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring van 1776 is voor een deel gebaseerd op het Plakkaat van Verlatinghe.

Na deze ‘adios’ voor Filips II moest Nederland op zoek naar een nieuwe leider. Er werd gezocht naar een nieuwe koning, maar dat was niet zo makkelijk. Een logische kandidaat was Willem van Oranje, maar hij was in 1584 vermoord. Daarom werd er besloten om verder te gaan als republiek in de plaats van monarchie. De zuidelijke Nederlanden, dus ongeveer het gebied van het huidige België, waren in handen van de Spanjaarden. De noordelijke Nederlanden waren nu voor het eerst een onafhankelijk land geworden: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Of in het kort: De Republiek.

De oorlog tegen Spanje ging gewoon door. We zitten nu pas in 1588, jaar 22 van de 80. En ik heb al bijna twee hele afleveringen vol. We gaan nog even verder met wat meer snelheid!

De zoon van Willem van Oranje, Maurits, kreeg na de dood van zijn vader de leiding over het leger. Hij was op dat moment nog maar 18 jaar oud. De politieke leiding van de republiek ging naar Johan van Oldenbarnevelt. Met deze twee mannen aan de macht ging de jonge republiek in de aanval. Spanje zat diep in de financiële problemen en kon niet goed reageren. De republiek had de wind mee: tien jaar lang ging het heel goed en het lukte om veel steden te veroveren.

Het beroemdst is de verovering van Breda. Met een slimme truc werden soldaten de stad in gesmokkeld, zodat ze van binnenuit de stad aan konden vallen. Op een manier die leek op het Paard van Troje uit de Griekse mythologie werd Breda ingenomen.

Over deze gebeurtenis kan je meer leren in de speciale aflevering op PetjeAf voor vrienden van de podcast.

Spanje had geen geld meer en Nederland was oorlogsmoe aan het worden. Er werd door de beide landen een wapenstilstand afgesproken die uiteindelijk twaalf jaar zou duren. In die jaren werd er weinig gevochten, maar er gebeurde wel van alles in de Republiek. Maurits van Oranje en Johan van Oldenbarnevelt kregen ruzie over religieuze zaken. Van Oldenbarnevelt verloor: hij werd gearresteerd… en onthoofd. 

In 1621 ging de oorlog weer verder. Beide kanten hadden af en toe succes en verloren af en toe. Het geldgebrek aan beide kanten bleef een groot probleem. Vanuit Zuid-Amerika werden er schepen vol met zilver naar Spanje gestuurd om de oorlog te financieren, de zogenaamde Zilvervloot. Die schepen waren een prooi voor Nederlandse kapers: in 1628 veroverde de Nederlandse admiraal Piet Hein een Zilvervloot. De huidige waarde van het gestolen zilver is meer dan 100 miljoen euro. Dat was niet alleen een financiële overwinning voor Nederland, maar ook voor het moraal was het goed.

Spanje wilde steeds liever vrede sluiten met de Republiek. Ook in de Republiek kwam er steeds meer verzet tegen de oorlog, omdat er steeds minder land en steden veroverd werden en de oorlog wel nog steeds erg duur was.

Op 30 januari 1648 was het zover, die dag sloten de Nederlandse Republiek en Spanje vrede, de oorlog was na 80 jaar voorbij. In de Duitse stad Münster werd de vrede getekend.

We begonnen deze aflevering met Willem van Oranje en Filips II. Aan het einde van de oorlog, tachtig jaar later, was de kleinzoon van Willem van Oranje, Willem II van Oranje, aan de macht in de Republiek. En in Spanje Filips IV, de kleinzoon van Filips II. Kan je het je voorstellen: Drie generaties lang oorlog.

Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog waren de Nederlanden geen eenheid, het waren losse staatjes die onder de Spaanse kroon vielen. Tachtig jaar later was er een republiek waarin de losse provincies verenigd waren. Althans, de noordelijke provincies, de zuidelijke provincies bleven van de Habsburgs.

In de Republiek was een enorme bloeiperiode bezig, een periode die we nu de Gouden Eeuw noemen. Maar er waren ook delen van het land, vooral in het zuiden, waar tientallen jaren oorlog gevoerd was en verwoest waren.

Hiermee kom ik aan het einde van deze korte serie over de Tachtigjarige Oorlog. Het was erg veel informatie en ik heb zelfs nog een hoop weg moeten laten. Ik heb voor Vrienden van de Podcast via PetjeAf.com twee extra afleveringen met nog wat extra informatie over dit onderwerp, namelijk de inname van Breda en de moord op Willem van Oranje. Lijkt dit je interessant? Word dan lid op petjeaf.com/eenbeetjenederlands en je krijgt meteen toegang!

Ik hoop dat je een beetje Nederlands geleerd hebt en tot de volgende aflevering!

Word vriend van de podcast!

Vrienden van de Podcast krijgen nu nog meer voordelen! Word lid via PetjeAf.com en ontvang een extra aflevering per maand en extra oefenmaterialen!

Word vriend van de podcast via deze pagina!

3 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *